twee precisie-ingrepen
Het gebouw dat straks door de gemeenschappelijke meldkamer Amsterdam wordt gebruikt, is nog geen 25 jaar oud en telt vijf verdiepingen. Links en rechts van een iets terugspringende zone bevinden zich een korte en een lange beuk. Het uitgangspunt is het bestaande gebouw zo veel mogelijk in tact te laten en het gevoel van ruimtelijkheid te vergroten met twee precisie-ingrepen: het aanbrengen van een vide en van een nieuwe centrale trap in de zone tussen de beuken. De vide zorgt voor extra ruimtelijkheid en een visuele verbinding.
transformatie
Het vaste meubilair, de verlichting en andere bestaande materialen zijn door cepezed geïnventariseerd met de intentie zo veel mogelijk her te gebruiken. Zo krijgt de L-vormige receptiebalie een plek in de nieuwe entreehal, onder speels gehusselde armaturen. Plafonds en installaties blijven zo veel mogelijk gehandhaafd. Vloeren worden bedekt met hergebruikte tapijttegels binnen een palet van grijs, antraciet en rood, waarbij de grijze tegels - voor meer armslag bij het ‘oogsten’ - mogen verschillen in tint en textuur. De techniek die nodig was voor de extra installaties is gebundeld in een nieuwe schacht, die doorloopt over vier bouwlagen. De houten bekleding contrasteert met de gruizige, grijze bestaande kern en veraangenaamt de akoestiek.
identiteit
Het kleurenpalet van het interieur is afgeleid van het kleurenschema voor onderkomens van de politie. Toch is dit nadrukkelijk geen politiegebouw. Om politie, brandweer en ambulance evenredig tot hun recht te laten komen ligt de nadruk op hun gemeenschappelijke identiteit: Amsterdam. Bijgevolg is rood de overheersende kleur in het interieur en zijn op glazen binnenwanden en in de vloertegels patronen met drie kruizen aangebracht. De zone tussen de twee beuken is opgevat als ‘ontmoetingsgebied’. Hier is een nieuwe trap gesitueerd en bevinden zich op elke bouwlaag een koffietafel en een pantry. Natuurlijke materialen zorgen voor een warme, rustige sfeer.
tuin
Naast ‘Amsterdam’ bepaalt ‘zicht op groen’ de eigenheid van deze meldkamer. Het zicht op de tuin brengt rust. De tuin vouwt zich als een U om het gebouw en is ingericht met gras en bloeiende bomen en struiken. De grond loopt langzaam op en eindigt in een wal. Het nu nog stenige terrein buiten de wal wordt vergroend door bij de parkeerplekken halfverharding toe te passen en de parkeerplekken af te wisselen met gras. Waar kan worden bomen geplant en de hoge hekken zijn straks begroeid. Hetzelfde geldt voor de gevels van de twee nieuwe gebouwen op het terrein, bedoeld voor fietsen en installaties.