Onderzoeksgebouw Vrije Universiteit

snelgroeiende zuidas 

Het onderzoeksgebouw staat op een plot aan de Boelelaan dat voorheen werd gebruikt door de Schoolwerktuinen, maar nu deel uitmaakt van de VU-Campus Zuidas. De ontwikkeling van het onderzoeksgebouw is een belangrijke stap in de vernieuwing van de faciliteiten voor bèta-medische wetenschappen. Het gebouw bestaat uit een hoogbouwdeel van twaalf verdiepingen (57 meter) en een laagbouwdeel van zes verdiepingen (30 meter). In de dubbelhoge plint bevinden zich de publieke en gezamenlijke functies, zoals de vergaderplekken en het restaurant.

ingenieuze fundering 

Om de laboratoria trillingsarm te maken is de hoogbouw constructief losgekoppeld van de laagbouw. De laagbouw met de laboratoria rust op 470 groutinjectiepalen met een lengte van 25 meter, met daarop een fundering van een meter dik. In de kelder is deze fundering nog eens is verzwaard met vier blokken massief beton op dikke plakken rubber. De vloer van de begane grond is een halve meter dik. Er zijn zorgvuldig gaten in uitgespaard voor de vier blokken, zodat zij de vloer niet raken, maar visueel wel een vlak vormen.

meer dan onderzoek 

Naast de bijzondere onderzoeksruimtes - practicumruimtes, biosafety laboratoria, ruimtes voor elektronenmicroscopie en laserfaciliteiten - komen er in het gebouw ruimtes voor zelfstudie, een collegezaal en werk- en kantoorplekken. Het gebouw krijgt ook een restaurant en vergaderplekken. De lichtstraat tussen de hoog- en laagbouw is onderdeel van de hal bij de centrale entree, die is ingericht als ontmoetings- en verkeerszone. Een brede, zigzaggende bordestrap vormt een opvallend object in de ruimte. Aan de Boelelaan geeft een brede, verticale strook tot en met de bovenste verdiepingen zicht op wat er binnen gebeurt. Aan de rechterkant van deze glasbaan bevinden zich, over twee verdiepingen, dubbelhoge ‘huiskamers’.

vernuft en precisie 

Achter het verticale lijnenspel van de gevel schuilt vernuft en precisie. Glasplaten worden op hun plek gehouden door deklijsten met een uitstekend vinnetje, waar afwisselend strekmetaal en aluminium achter is geklemd. Bij de plint loopt deze strook over in natuursteen. Het strekmetaal geeft reliëf aan de gevel en functioneert als ventilatierooster. Ook het spel met de diepte van de neg zorgt voor subtiel reliëf, soms versterkt door zijn schaduw. De aluminiumkleur is op elk moment van de dag anders, al naar gelang de hoeveelheid zonlicht.