menu sluiten

véronique patteeuw: ontluisterende conclusies, hoopvolle ontwerpen

lucas van der wee

In 2024 bestaat cepezed 50 jaar. We vieren dit onder meer met een lezingenserie waarin we reflecteren op (onze) architectuur. Afgelopen donderdag koppelde Véronique Patteeuw een aantal architectonische experimenten aan de oprichting van de Club van Rome. We hielden er het inspirerende gevoel aan over dat we met cepezed op de goede weg zijn.


construct
Als architectuurhistoricus weet Véronique als geen ander dat geschiedenis een construct is. De historische feiten zijn wat ze zijn, maar wordt er een verband geschetst dan is dat altijd iets van achteraf. En gekleurd. In haar lezing ‘Architecture In The Age Of Acceleration. Experiments Between High-Tech And Low-Tech’ stond zij stil bij architecten die met hun werk buiten de geijkte kunsthistorische lijn vallen. Bij haar geen ‘ismes’, maar experimenterende architecten en hun motieven.


blue marble
Motieven die te maken hebben met duurzaamheid krijgen rond 1970 vorm met de publicatie van verschillende rapporten en boeken, waaronder The Limits to Growth. Dit is de weerslag van een onderzoeksrapport van de Club van Rome, over de verwoestende gevolgen van ons gebruik van de aarde voor diezelfde aarde. De kwetsbaarheid van de planeet werd indertijd extra tastbaar door een noviteit: foto’s genomen vanuit de ruimte, waarvan Blue Marble uit 1972 (Apollo 17-missie) een van de bekendste is.


eco sciencefiction
In stripboeken en sciencefiction sloegen de geschetste doemscenario’s enorm aan. Er was zelfs sprake van een eigen genre, ‘eco sciencefiction’. Ook de oprichting van veranderingsgezinde actiegroepen als Greenpeace stamt uit deze tijd. Helaas lag dat voor de gevestigde politiek anders. De Verenigde Naties nodigden Aurelio Peccei van de Club van Rome in 1972 weliswaar uit voor een congres, senator Gaylord Nelson lanceerde Earth Day, en president Jimmy Carter plaatste in 1979 zonnepanelen op het Witte Huis, maar zijn opvolger Ronald Reagan haalde ze er net zo hard weer af. President Donald Trump bestond het in 2017 zelfs om uit het Verdrag van Parijs te stappen, het eerste mondiale verdrag gericht op het beperken van de klimaatverandering, dat twee jaar eerder was getekend.


parallelle architectuurgeschiedenis
Ook architecten zijn niet meteen geneigd om rekening te houden met de langetermijngevolgen van hun keuzes, geeft Véronique aan. Uitzonderingen natuurlijk daargelaten, weten wij bij cepezed als geen ander. Véronique merkt dat veel architectuurstudenten tegenwoordig kiezen voor activisme en helemaal niet meer willen bouwen. Gezien de prachtige, activistische architectuur uit het verleden vindt zij dat een gemiste kans. Des te belangrijker om die voorbeelden te laten zien: de parallelle architectuurgeschiedenis als een hart onder de riem. Door voor te sorteren op een manier van leven en de footprint en het gewicht van een gebouw zo klein en licht mogelijk te maken, kun je als architect heus een verschil maken.


1948
Die parallelle geschiedenis blijkt al in 1948 te beginnen. Architecte Eleanor Raymond en wetenschapper Maria Telkes ontwerpen dat jaar, op grond van eerdere experimenten van Telkes, een huis dat geheel verwarmd wordt met behulp van sodiumsulfaat (Glauberzout), het Dover Sun House. Een ander voorbeeld is Drop City, de nederzetting die vanaf 1960 werd gebouwd in het zuiden van Colorado. Op ideeën gebracht door de fantastische ontwerpen van Richard Buckminster Fuller ontwierp een groep enthousiastelingen voor Drop City koepelwoningen gemaakt van autopanelen. De oliecrisis van 1973 gaf de ontwikkeling van alternatieve manieren om energie op te wekken een belangrijke zwieper. Tegen die tijd was Drop City alweer verlaten…

1972 blue marble | NASA
balloon home | Jos Vandenbreeden CIVA – Sint-Lukasarchief

buckminster fuller & brand
Buckminster Fuller is bij cepezed vooral bekend vanwege de legendarische vraag die hij ooit aan Norman Foster stelde: ‘How much does your building weigh, mr. Foster?’ Niet voor niets hanteert cepezed de fictieve maateenheid ‘IQ/kg’, om aan te geven dat reductie van bouwmateriaal bij ons voorop staat. Véronique noemde nog een ‘held’ van ons bureau: Stewart Brand. Hij publiceerde tussen 1968 en 1971 zijn Whole Earth Catalog, een handboek om op een alternatieve manier te bouwen en leven, do it yourself-achtig. Brands constructieve positivisme viel op tussen de vele doemscenario’s.

a balloon home (1973)
Do it yourself-achtig is ook het eerste van de drie voorbeelden van experimentele ontwerpen waar Véronique haar lezing mee besluit: A Balloon Home van Lode Janssens. Het ontwerp van Janssens vindt zij constructief interessant, maar vooral vanwege het ‘pedagogische experiment’ dat dit huis tegelijkertijd is. Wat doet het met je als je als gezin in een grote ruimte vertoeft en intensief contact maakt met de seizoenen. De tuin liep onder het ballondoek door naar binnen en als het regende hoorde je dat héél hard. Het geëxperimenteer eindige door een pak sneeuw dat te zwaar bleek.

maison serre (1984)
Van het Franse bureau Jourda Perraudin toonde Véronique Maison Serre, dat is opgebouwd uit een industriële kas uit een catalogus, met daarin een multifunctioneel houten volume. Hier was, naast duurzaamheid, het budget een motief, omdat dit reeds vrijwel geheel was besteed aan de aankoop van de kavel. Door enkel kleine interventies in hout toe te voegen aan de kas, heeft het een erg kleine footprint. Het binnenvolume kon bovendien makkelijk worden aangepast aan nieuwe wensen van de bewoners en is dus ook op die manier duurzaam.

de fantasie (1984)
Véroniques laatste voorbeeld is een ontwerp van Benthem Crouwel Architecten voor een kavel in Almere. Dit huis is een prijsvraaginzending, met de insteek om een ontwerp te maken los van de bestaande regelgeving. In dit ontwerp herkenden we veel van onze eigen aanpak. Het huis heeft een demontabel staalskelet en de buitenwanden bestaan uit sandwichpanelen. Het staat op een ingenieus spaceframe van elkaar kruisende, stalen buizen, dat rust op betonplaten. Het bouwprincipe is door de architecten ook toegepast voor een serie douanegebouwtjes.

transformatie
Zoals het een goede lezing betaamt bood zij stof tot nadenken. Duurzaamheid is een belangrijk motief voor innovatieve experimenten, maar niet het enige. Voor cepezed was de ‘kwaliteit van een gebouw als product’ bijvoorbeeld van meet af aan belangrijk. Zijn er nog andere motieven? Welke rol speelt esthetiek en hoe beweeg je je al experimenterend binnen de regelgeving? De genoemde voorbeelden boden op dit laatste vlak weinig aanknopingspunten, omdat de architecten buitengewoon veel vrijheid hadden.

goed gezelschap
Als haar wordt gevraagd naar experimenten binnen de verdichtingsopgave, noemt Véronique transformatie ‘de opgave van de toekomst’. Zij vindt dat onder meer Lacaton & Vassal Architects dit voorbeeldig aanpakt. Ook het belang van transformatie onderschrijft cepezed van harte - sowieso maakte Véroniques lezing duidelijk dat we ons door te doen wat we doen in goed gezelschap bevinden.



Véronique Patteeuw is architectuurhistoricus en als docent en onderzoeker verbonden aan de universiteiten van Leuven en Lausanne. Zij geeft les aan de architectuurschool van Lille en is redacteur van architectuurtijdschrift OASE. Voor de editie van 2022 was zij een van de vier curatoren van de IABR-tentoonstelling It’s About Time.

lucas van der wee
lucas van der wee
contact
mail bd@cepezed.nl of 
bel ons business development team op +31 (0)15 2150000